Waarschuwing

Deze informatie is alleen voor jou bedoeld als je instemt met de disclaimer!

 

Psychologen vragen je het hemd van het lijf. Psychologen stellen vragen vaak vaker dan één keer om te kijken of je consistent bent in je antwoorden. Hoe inconsistenter de antwoorden, hoe langer de diagnostiek duurt. Om te voorkomen dat je hierbij fouten maakt is de algemene richtlijn: lieg niet als dat niet nodig is. Er zijn een paar uitzonderingen op de regel, die beschrijven we hieronder.

 

Diagnostiek

In de diagnostiek wordt gebruik gemaakt van de criteria uit de DSM-5. Het kan geen kwaad deze zelf door te lezen voordat je de gesprekken met je psycholoog start. Lees ook op de website betterassumptions.nl deze pagina over dysforie: het kan geen kwaad om boos te worden op je psycholoog omdat het allemaal te lang duurt, de psycholoog zal dit uitleggen als "dysforie", wat in DSM-5 een voorwaarde is voor de diagnose van genderdysforie.

 

Seksuele voorkeur

Psychologen zijn bang dat mensen die homo of lesbienne zijn (gezien vanuit hun geboortegeslacht) ten onrechte het gevoel hebben dat ze transgender zijn. Door aanpassing van hun lichaamsdelen zouden homo's weer in het heteroseksuele stereotype beeld kunnen vallen.

- Heb je je psycholoog eenmaal vertelt wat je seksuele voorkeur is, wijzig dit dan niet! Hoewel ze dezelfde vragen meer dan eens stellen houden ze je antwoorden wel degelijk bij!

- Heb je een partner, maak het jezelf dan niet moeilijk en zeg dat je op het geslacht van je partner valt

- Ben je vrijgezel, vertel dan dat je valt op mensen van het andere geslacht dan je geboortegeslacht

 

Seksuele fantasieën

Psychologen denken dat je zelfbeeld tijdens seksuele fantasieën (welke lichaamsdelen heb je zelf op dat moment) overeenkomen met het ideale lichaam na de volledige transitie.  Er is geen enkele manier waarop de psycholoog kan weten wat jij ziet tijdens seksuele fantasieën. Zie het persoonlijke verhaal uit 2007 (september/oktober 2007) hoe je dit kunt gebruiken.

 

Vloeibare genders

We schreven het (hier) al eerder: keuringspsychologen denken primair aan risicobeheersing en pas daarna aan iets anders. Psychologen vinden het lastig aan een hormoonbehandelaar te adviseren om iemand hormonen voor te schrijven als die persoon een vloeibare genderidentiteit heeft. Ze hebben een ideaalbeeld dat mensen hun gevoel (genderidentiteit), uiterlijk (genderexpressie), gedrag (genderrol) en lichaamsdelen gelijk zijn, bijvoorbeeld dat iemand zich vrouw voelt, zich als vrouw kleedt, zich als vrouw gedraagt -> het is dan logisch dat iemand ook vrouwelijke lichaamsdelen nodig heeft. De angst van de psycholoog is dat als je een vloeibare genderidentiteit hebt, dat je dan "vast wel" ook een vloeibare behoefte aan andere lichaamsdelen hebt. Wij weten dat dit volledig los van elkaar kan staan, maar dat weten veel keuringspsychologen niet. En zelfs als ze het wel weten, dan zullen ze willen onderzoeken hoe dit bij jou is (met als gevolg een langere doorlooptijd van de diagnostiek).

 

Advies: diagnostiek duurt langer naarmate een psycholoog onzekerder is. Maak de psycholoog tijdens de diagnostiek niet onzekerder dan die uit zichzelf al is. Psychologen zullen meestal geen vragen stellen over vloeibare genders als jij er zelf niet mee gekomen bent. Ga daarom mee alsof je een vaste genderidentiteit hebt, die evt. ergens tussen man en vrouw in zit. Uitleggen hoe het werkelijk zit kan altijd (een paar maanden) na het einde van de diagnostiek nog.

Heb je je psycholoog al verteld dat je een vloeibaar gender hebt, doe dan net alsof je gender geleidelijk aan al "vaster" wordt. Zie ook hieronder bij "ontwikkelingsgericht denken".

 

Hormonen via internet

Er wordt wisselend gereageerd als je vertelt dat je al hormonen via internet gebruikt. Er zijn psychologen die dit als risico zien (zie ook hier welke risico's het heeft). Aan de andere kant is het ook zo dat als je al meerdere maanden hormonen via internet gebruikt en dit geen problemen oplevert, dit ook in je voordeel kan werken omdat de risico's die psychologen zien (bijv. vergrote emotionaliteit bij transvrouwen, toename van seksualiteit bij transmannen) schijnbaar niet de problemen oplevert waar men bang voor is.  

 

Neiging tot zelfdoding/suicide

Aangeven dat je gevoelens hebt dat je beter een eind aan je leven kunt maken als je geen hormonen/operaties krijgt, is in zijn algemeenheid een slecht idee. Niemand wil graag op zijn/haar geweten hebben dat iemand anders zelfdoding pleegt. Hormonen zorgen voor een grotere instabiliteit, psychologen zien instabiliteit door hormonen in combinatie met gevaar voor zelfdoding als een extra risico en niet als een reden om je versneld hormonen of operaties voor te schrijven omdat je zonder behandeling zelfdoding dreigt te gaan doen. Hoe begrijpelijk ook, praat wel over hoe moeilijk het is om in jouw lichaam verder te leven (zie ook de DSM-5-criteria), maar praat niet over zelfdoding of suicide.

 

"Vechtgedrag" / autoriteitsproblemen

Er zijn transgenders die het heel vervelend vinden dat hun psycholoog (voor hun gevoel) op hun stoel gaat zitten door de besluitvorming over hormonen of operaties naar zich toe te trekken. Hoe begrijpelijk (en terecht!) dit gevoel ook is, het geeft wel aan dat je zult moeten koorddansen tussen aan de ene kant je gevoel dat je de hormonen/operaties nodig hebt en dus ook de gatekeepers om je doel te bereiken en aan de andere kant je gevoel van autonomie en weerstand tegen de mensen die zichzelf (ongevraagd) een rol in jouw proces geven. Het kan geen kwaad om deze discussies met je gatekeeper te voeren, maar probeer het wel met mate te doen. Het kan verstandig zijn om tijdens de diagnostiek op je lip te bijten en alle kritiek binnen te houden en dit pas te uiten nadat je gekregen hebt waar je voor kwam: de toestemming voor hormonen en/of operaties. 

We hoorden ooit van een poortwachter dat een transgender "moest leren dat je niet alles in je leven in eigen hand hebt". Dit is bullshit van mensen die zich (vaak met de beste bedoelingen) onvoldoende realiseren hoe absurd de huidige situatie is en hoe slecht het voelt om afhankelijk van een ander te zijn over zoiets belangrijks als je eigen lichaam, je eigen psyche en je eigen ontwikkeling. Bedenk dat de halve Westerse wereld op dit moment vol zit met mensen die zich verzetten tegen huidige machthebbers. Zij hebben een uitlaatklep via verkiezingen, ze worden niet gedwongen om, als ze medicijnen of operaties nodig hebben, hun psyche "bij te werken".

 

Copingmechanismes

Psychologen zoeken ook uit of je om kunt gaan met tegenslag, zogenoemde "copingmechanismes". Dit is deels niet te beïnvloeden: ze kijken naar je houding en je gedrag, doen soms uitspraken waarvan ze weten dat je het er niet mee eens bent om te kijken hoe je reageert. Het is voor een ander deel wel te beïnvloeden.

Zo kunnen ze vragen hoeveel vrienden je hebt. Als je geen vrienden hebt dan scoor je niet hoog op copingmechanismes, een psycholoog kan dan denken dat er eerst meer vrienden moeten komen voordat ze je toestaan om hormonen of operaties te gebruiken. Achtergrond is dat je bij iemand terecht moet kunnen als het tegen zit. Ons advies: je kunt hiermee spelen (als je geen vrienden hebt, zeg dan dat je 2 of 3 vrienden hebt), maar overdrijf het niet. Ze kunnen aan je natuur inschatten dat je geen mens bent om 15-20 vrienden te hebben. Facebook/internetvrienden die je alleen van internet kent tellen hierbij niet mee.

Vanuit dezelfde achtergrond kunnen ze ook vragen naar hoe de relatie met je familie is. De aanname die hier onder ligt is dat iedereen familie nodig heeft om voor hen te zorgen als ze na een operatie een week lang niet voor zichzelf kunnen zorgen. Hoewel hier veel tegenin te brengen is (ooit gehoord van de Albert Heijn bezorgservice? En waarom zou iemand het niet overleven als die een week thuis leeft?) zal geen enkele keuringspsycholoog hiermee akkoord gaan.

Keuringspsychologen vragen ook naar hoe je in je werk zit. Achtergrond hierbij is dat als het niet goed gaat op het werk -en- het gaat niet goed met je familie -en- je hebt geen vrienden, dat je dan niet stabiel genoeg in je leven zou staan om hormonen te gebruiken of een operatie te ondergaan.

 

Eigen ontwikkeling

Zeker als je zelf nog in transitie bent kan het voorkomen dat je vlak voor je gesprek net nieuwe inzichten gekregen hebt. Ons advies: vertel ze niet op het eerstvolgende gesprek met je keuringspsycholoog maar minimaal één gesprek later en vertel het ze dan alleen als je gevoel aangeeft dat je hier niet meer onrustig over bent. Het voordeel is dat je je inzichten zelf (evt. samen met je hulpverlenend psycholoog) verder hebt kunnen uitwerken en dat je bij je controlerende psycholoog zekerder overkomt over je ontwikkeling. Nadeel van direct vertellen aan je keuringspsycholoog is dat er twee risico's zijn: [1] je komt er een gesprek later achter dat je je hebt vergist (en dan maakt de controlerende psycholoog zich ook zorgen over de vraag of je je niet in de benodigde lichaamsdelen hebt vergist), of [2] het is nog in ontwikkeling en je vertelt drie achtereenvolgende gesprekken drie verschillende verhalen. Dat hoeft geen probleem te zijn als de drie verhalen in elkaars verlengde zitten (zie paragraaf hierna), het kan wel een probleem zijn als de drie verhalen tegenstrijdige kenmerken hebben. Je wekt dan de indruk dat je niet weet wat je wilt (en hoe zeker ben je dan over de noodzaak van andere lichaamsdelen?).

 

Ontwikkelingsgericht denken

Psychologen denken graag in "ontwikkelingen": er is een begin (als man geboren, als man opgegroeid, maar wel altijd vrouw gevoeld), er is een transitie (streep man door en wordt vrouw) en het doel is om vrouw te worden. Hoewel de behandelaars vertellen dat ze niet meer binair m/v denken is het voor mensen die zelf heel sterk man OF vrouw voelen vaak moeilijk invoelbaar hoe het is om dit anders te voelen. Zeker als je zelf queer bent, een holistische aanpak hebt, een non-binair gendergevoel of een vloeibare genderidentiteit hebt kan diagnostiek heel lastig zijn. Denk in dat geval ontwikkelingsgericht: als je vrouwelijke lichaamsdelen nodig hebt, vertel de psycholoog dan verhalen over wat je sinds het vorige gesprek aan vrouwelijke zaken "bijgeleerd" hebt. Je verzwijgt tijdens de diagnostiek zaken die als "mannelijk" uitgelegd kunnen worden en die jij als heel positief ervaart.

Psychologen geloven vaak dat genderexpressie een teken van noodzaak voor lichaamsdelen is. Hoewel wij het hier niet mee eens zijn, kun je hier wel mee spelen. Voorbeeld: als het je als transvrouw weinig kan schelen dat je beharing op je armen hebt, dan kun je na 1 of 2 gesprekken "diagnostiek" ineens telkens je armen gaan scheren voorafgaand aan het gesprek. Of ineens een vrouwelijke armband gaan dragen terwijl je dat daarvoor niet deed. Je psycholoog zal deze "vooruitgang" als ondersteuning zien voor de noodzaak voor hormonen of operaties.

Als je nooit een geslachtsoperatie nodig had en je komt er spontaan achter dat je dat nu ineens anders voelt zal de psycholoog dat ook zien als positieve ontwikkeling. Onze tip: geef ze wat ze zoeken, namelijk ontwikkeling.

 

Deze site

Het kan zijn dat je gevraagd wordt of je deze site gelezen hebt. Wat ons betreft is het volstrekt normaal dat je je voorbereidt op elke stap in je transitie en dat je alle informatie die daarover beschikbaar is ook leest. Je kunt dus gewoon eerlijk toegeven dat je de site kent en de informatie gelezen hebt. Dit zou niet in je nadeel moeten werken. Mocht dit wel in je nadeel werken, neem dan contact met ons op, we zullen je dan helpen.

 

Tot slot: "Liegen staat me tegen"

Ja, we weten het. Liegen is niet prettig, zeker niet als je jezelf eerder in je transitie al beloofd hebt nooit meer oneerlijk te zijn over wie je bent of wat je voelt. En dat je alleen die keuzes maakt die werkelijk bij je horen. Het is precies deze reden dat wij tegen diagnostiek en gatekeeping zijn, want soms duurt diagnostiek (veel) te lang als je -wel- eerlijk bent over je eigen gevoelens of je eigen achtergrond. Als je oneerlijk bent tijdens de diagnostiek, kun je er een paar maanden na je diagnostiek altijd nog voor kiezen om alsnog tegen je psycholoog te vertellen wat je werkelijk voelde. Zie ook het persoonlijke verhaal uit 2007 ("verdere behandeling") welk grappige effect dit op je keuringspsycholoog kan hebben.